Gelukt

4000 3000 Meestersinprojecten

Ietwat verkouden maar vooral trots leidt Hans mij door zijn nieuwe expositie in Het Noordbrabantsmuseum. Als conservator 20e en 21e eeuwse kunst is dit alweer zijn 5e spraakmakende expositie. Het artikel erover van Joke de Wolf in Trouw van 17 maart bracht mij op het idee. Wat zou het leuk zijn om samen met de man achter de schermen een bezoek te brengen! Bij de opbouw van voorgaande exposities, over Chiharu Shiota en Tim Walker, mocht ik Hans en zijn collega’s vertellen over het projectmatig ontwikkelen van tentoonstellingen.  Vandaag keren we de rollen om. Nu wil ik naar hem luisteren. Horen waar hij zijn aandacht op richt tijdens de voorbereidingen. Keren is leren.

Ze wisten het al vanaf het begin. Vanaf het eerste bezoek samen met museumdirecteur Charles de Mooij aan de collectie van kunstverzamelaar Uli Sigg. Bij hem thuis in Zwitserland. De gastvrijheid en het levensverhaal van de Siggs en de kwaliteit van de werken trof hen. Hier moest iets moois van te maken zijn.

Klaterende taal

Al pratend dwalen we door de expositie en dalen na verloop van tijd een brede trap af naar twee bijzondere kunstwerken. Allereerst springt het enorme doek None, # 20 in het oog. De kunstenaar verbeeldt het getal pi, de wiskundige verhouding tussen de diameter en de omtrek van een cirkel. 3,14 gevolgd door een eindeloze reeks cijfers, letterlijk uitgedrukt in een overweldigende hoeveelheid verfstippen, rechtsreeks uit de tube.

Achter het schilderij loop je een grote kubusvormige ruimte binnen. Rode letters vormen woorden, die als kleine waterstroompjes over de witte wanden naar beneden kronkelen. De woorden worden zinnen. Gestaag zwellen de onschuldige stroompjes aan tot een daverende woordenwaterval. Een spektakel dat je het gevoel geeft op te stijgen. Taal die je optilt.

Om wat meer aandacht te kunnen geven aan ons gespreksonderwerp besluiten we onder het genot van een kop koffie verder te gaan. We lopen de trap weer op en strijken neer aan een tafel in de museumtuin. Via de glaswand aan de overkant hebben we  een prachtig zicht op de vlinderende bezoekers. Hans geniet.

Kunstenaar

‘Hoe weet je vanaf het begin dat het gaat lukken?’ vraag ik. ‘Het ervaren van schoonheid, daar draait het om’ begint Hans. ‘Iedereen weet wat het is. Het is iets universeels.

Na het eerste bezoek in Zwitserland ben ik begonnen me te verdiepen in de Chinese kunst, maar al snel bleek dat onbegonnen werk. Ik besloot meer op mijn intuïtie te gaan varen. Dat bracht mij al snel op de drie-deling die je nu ook in de expositie aantreft: traditie, spiritualiteit en maatschappij. Vervolgens ben ik daar passende kunstwerken bij gaan zoeken, rekening houdend met de karakteristieke ruimte van ons museum, de inzichten en ideeën van mijn collega’s en natuurlijk ook de suggesties van Uli Sigg’.

‘Wanneer je als team goed op elkaar ingespeeld bent ontstaat er iets wat op magie lijkt’ vervolgt hij. Hij zag dat ook in het team van Tim Walker, de kunstenaar van de vorige expositie. Tim onderhoudt een jarenlange succesvolle samenwerking met art director Shona Heath bij de enscenering van zijn fotoshoots. Ze hebben aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen.

Hans vindt iets van die magie ook terug in het team waarmee hij werkt. Hij noemt de samenwerking met Neeltje, projectleider marketing en communicatie. Hun ogenschijnlijk tegengestelde persoonlijkheden vullen elkaar aan. Ook koestert hij de expertise van zijn collega’s van de afdelingen registratie, educatie en de technische dienst.

Hij ziet zichzelf niet als een projectmanager die een opdracht uitvoert. Het gaat niet om het voorspelbaar uitvoeren van een klus die vooraf bedacht is, het krampachtig vasthouden aan een plan.

Hij ziet het bouwen van een tentoonstelling als een creatief proces. De selectie van de werken en de inrichting van de zalen zijn daarbij de fijnste momenten.  Hijidentificeert  zich liever met een kunstenaar. Niet een eenling, maar iemand die in staat is in samenwerking met anderen iets moois tot stand te brengen. Door open te staan voor wat hen onderweg toevalt.

Pure persoonlijkheid

‘Welk kunstwerk uit de expositie associeer je met jouw manier van werken?’ wil ik weten. ‘Dat is niet in één kunstwerk te vatten’ glimlacht hij. ‘Eigenlijk zijn het alle werken samen’. Zo makkelijk laat ik hem niet ontsnappen. ‘Mag ik een voorbeeld geven?’ Zonder op zijn antwoord te wachten vertel ik over de overeenkomst die ik zie tussen het kunstwerk Bonsai van Shen Shoamin en de methodische benadering van projectmatig werken. De stam van de boom wordt met stalen constructies en zware gewichten in een bocht geperst. Stalen draden dwingen de takken de lucht in.

Dat is niet de manier waarop Hans wil werken. Misschien is er toch een kunstwerk, of liever gezegd, een kunstenaar die zijn werkwijze benadert. Maar dat gaat verder dan een manier van werken. ‘Hij doelt op de sculpturen van Qiu Qijing. Hij heeft uit één jade steen 6 sculpturen gemaakt, waarvan er drie in de expositie staan: Yao-Wood, Yao-Mountain en Yao-Water. Hoewel ze alle drie dezelfde oorsprong hebben, zijn het toch drie op zichzelf staande sculpturen. In de zichtbare wereld tonen ze zich als afzonderlijke elementen  vanuit het onzichtbare verleden vormen ze toch één geheel.

Zo kijkt Hans ook naar creatieve samenwerking in een team. Ieder speelt daarin een persoonlijke en unieke rol. Tegelijk is iedereen op een eigen, onzichtbare manier verbonden met de opgave. De optelsom van pure persoonlijkheid en gedreven inzet brengt collectieve scheppingskracht.

Dan zijn onze kopjes leeg en is onze gesprekstijd verstreken. We zijn in de buurt gekomen van een antwoord op mijn beginvraag. Of dit de kern raakt weet ik nog niet. Wel weet ik dat het maken van 5 geslaagde  exposities op rij meer dan geluk is. Het is gelukt!