Apetrots

1663 1190 Meestersinprojecten

Loop je even mee? We zijn er bijna. De bergwandeling nadert zijn hoogtepunt. We hebben na ruim 2 uur nog een paar minuten te gaan. Het pad is hier en daar smal, dus pas op. Laat je niet afleiden door de duizelingwekkende diepte links van ons, maar houd je ogen en voeten vooral gericht op de stevige rotsbodem.

Een paar tellen later zullen we genieten van het adembenemende uitzicht en deel uitmaken van een toevallige groep mensen die niets meer of minder gemeen hebben dan de ervaring de top te hebben bereikt.

Stelt u zich eens voor. Voldaan en trots betreden we de top. We zien sommigen voorzichtig op hun buik naar de rand tijgeren om een blik in de diepte te kunnen werpen. Anderen lopen er rustig naar toe, keren zich om en maken een selfie. Een stapje achteruit voor een nog beter effect. Als ik dat zie bekruipt mij een plaatsvervangende angst. Waarom zo dicht bij de rand? Stel je eens voor wat er kan gebeuren!

Gelukkig gaat het goed. De verklaring daarvoor vond ik eens in het prachtige boek ‘de man die zijn vrouw voor een hoed hield’ van de neurowetenschapper Oliver Sacks. Hij introduceert daar  het zesde zintuig. Naast horen, zien, voelen, proeven en tast hebben wij onbewust ook een beeld van de manier waarop ons lichaam in de ruimte staat. Je kunt het zien als een optelsom van alle informatie die we met onze 5 zintuigen opvangen. Het geeft ons controle over ons eigen lichaam in de ruimte. De wetenschappelijke naam ervan is proprioceptie.

Even later betreedt een sportief geklede vlogster lichtvoeting de top. In haar kielzog iemand die de last van een professionele camera meezeult.  Ook zij positioneert zich met de rug naar de rand van de rots en spreekt voldaan en trots haar virtuele volgers toe.

Wat maakt dat de ene persoon de ander volgt? Zou dat in het huidige tijdsgewricht vol virtuele volgzaamheid anders zijn dan vroeger? Er komt een beeld bij me op, dat enige gelijkenis vertoont met dat van de Preikestolen. Deze keer niet een hoge natuurlijke rots, maar een door mensenhanden opgetrokken scheepsboeg van beton. Niet op de rand een onbekend persoon met de rug naar het vergezicht, maar fier op de boeg Hendrik de Zeevaarder, gericht op de toekomst. Geen onzichtbare virtuele volgelingen maar een  eensgezinde groep hoogwaardigheidsbekleders uit de Portugese geschiedenis. Geestelijken, ontdekkingsreizigers, schrijvers, dichters, schilders en zeevaarders. Het Padrão dos Descobrimentosin Lissabon.

Een verbeelding van in beton gegoten leiderschap die me doet denken aan de spreekwoordelijke apenrots. Een heldere piramidale organisatiehiërarchie met één persoon of eenheid die het voor het zeggen heeft. Net zoals bij de Gorilla’s. Een samenlevingsvorm met diepgewortelde patronen en structuren, die vraagt om uiterste zorgvuldigheid bij het wisselen van leiders. Aldus de gedragsbioloog tijdens de rondleiding die ik meemaakte in de Apeldoornse Apenheul. Bij benadering het geografische midden van de denkbeeldige lijn tussen de Preikestolen en het Padrão dos Descobrimentos

Daar in Apeldoorn leerde ik nog iets grappigs. Iedere apensoort heeft een andere apenrots, een eigen hiërarchie. Bij de bonobo’s zoek je tevergeefs naar een alfaman zoals bij de Gorilla’s. Daar staat een alfavrouw aan de top. Niet heel veel groter dan de andere vrouwen, maar wel herkenbaar. Ze heeft geen volle vacht zoals haar soortgenoten, maar ziet er kaalgeplukt uit. De apen betonen elkaar genegenheid door bij elkaar te vlooien. En omdat alle apen dit bij voorkeur doen bij de topaap heeft zij de meeste kale plekken. Bij de chimpansees, Berberapen en Oerang Oetangs is het wéér anders. Iedere soort een passende hiërarchie.

Sindsdien zie ik in mijn werk met projectteams een amalgaan aan hiërarchieën. En veel deelnemers die zich daar niet van bewust zijn met alle misverstanden van dien.

Veel projectteams zijn samengesteld uit leden afkomstig van ingenieursbureau’s, aannemers, gemeenten, provincies, ministeries, zelfstandigen en de infrastructuurbeheerder.  Ieder van deze organisaties functioneert onder een eigen en unieke hiërarchie, waar ieder lid zich bewust en onbewust aan committeert. Hiërarchieën die allemaal gebaseerd zijn op verschillende ervaringen en patronen en allemaal tegelijkertijd op de achtergrond meespelen. Niet in de laatste plaats doordat ieder van de deelnemende organisaties een projectleider benoemt. Wie heeft het dan in het team voor het zeggen? Wil de echte projectleider opstaan?  Een vraag die zelden expliciet aan de orde is, maar toch beantwoord moet worden wil het team goed gaan functioneren.

Regelmatig valt me op dat teamleden, die zich identificeren met de apenrotspositie in hun moederorganisatie en zich daarmee niet committeren aan de mores in het team, misverstanden en onbegrip veroorzaken.

Een voorbeeld. De Assetmanager. Hij is erg druk en kan zich niet de hele ochtend vrijmaken voor deelname aan de teamdag. Tijdens de openhartige afsluiting van de bijeenkomst, waarin ieder teamlid zich persoonlijk presenteert en vertelt over de zin van de eigen bijdrage, sluit hij aan. Hij neemt zonder aarzeling het podium. Onomwonden stelt hij zich voor als de opdrachtgever van het project, de zilverrug van de groep. Mogelijk ervaren zijn collega’s van dezelfde organisatie hem als zodanig, maar de overige teamleden hebben er geen boodschap aan.

Nog een ander voorbeeld. De zelfstandige. Lid van een samengesteld team met medewerkers van een gemeente, een infrabeheerder en een aannemer. In dit team blijkt grote verwarring over wie wie nu aanstuurt. De aannemer verwoordt het zo:  ‘het is alsof ik mijn opdracht uitvoer in het huis van de buren van de opdrachtgever zonder dat de buren daarvan op de hoogte zijn’. Tijdens de bijeenkomst komt boven tafel dat de projectmanager van de automatisering niet bereid (of in staat) is te communiceren met de bouwmanager van de gemeente. Een inzicht dat om een vervolg vraagt, omdat dit gedragspatroon niet van de ene op de andere dag het team uit is. Op het voorstel om hierin verbetering na te streven en er na een paar weken nog eens op terug te komen doet de betreffende zelfstandig projectmanager vilein afgedaan. ‘ik heb geen behoefte aan een nog knuffelsessie’.

Ik denk dat deze voorbeelden een gebrek aan teamproprioceptie blootleggen. Daarmee bedoel ik de mate waarin teamleden in staat zijn de onderlinge relaties in een team aan te voelen en daar zodanig op aan te sluiten dat ieder teamlid de eigen individuele bijdrage én die van het team als geheel versterkt. Zoals proprioceptie, het zesde zintuig, je helpt oriënteren in de ruimtelijke,- helpt teamproprioceptie je aansluiten op de teamdynamiek. Ook daarvoor heeft ieder van ons een meer of minder ontwikkeld zintuig. Het zevende zintuig. Een zintuig dat je kunt ontwikkelen door regelmatig expliciet het teamfunctioneren aan de orde te stellen. Op weg naar een werkende en unieke apenrots voor ieder team!

Volg je me nog?